Eenzaamheid is er niet alleen om bestreden te worden. Het hoort bij
ons menselijk bestaan. Omgaan met onze existentiële eenzaamheid is een
vorm van levenskunst. Gerontoloog Kees Knipscheer gaat op zoek naar wat
een gezonde eenzaamheid zou kunnen zijn.
De woestijn
Soms zijn het de uitersten die elkaar raken. Het is nog maar enkele
weken geleden dat ik kort na middernacht in de woestijn in het zuiden
van Tunesië op mijn eentje op mijn rug lag te kijken naar de flonkerende
sterrenhemel. Zoekend naar de Grote en de Kleine Beer en naar Venus en
onder de (in)druk van de stilte en van een immens heelal is het
verbazingwekkend dat er in feite van eenzaamheid geen sprake is. De
verbondenheid met natuur, aarde, wereld, mensheid, geschiedenis,
filosofie strijdt om voorrang met het besef van de minuscule eigen
identiteit. Als de kilte van de woestijnnacht tot je doordringt en je
uit de ban van die verbondenheid wekt, is het een kunst om het
existentiële gevoel van het moment van een-zaamheid (in plaats van
eenzaamheid) mee te nemen en niet onmiddellijk te laten overwoekeren
door dagelijkse beslommeringen.
De massa
Nog geen week later was ik op het Amerikaanse Gerontologie congres in
San Francisco, een congres waar duizenden mensen (geriaters,
verplegenden, politici, wetenschappers, psychologen, sociologen,
fysiotherapeuten, filosofen, uitgevers etc.) zich voortdurend langs
elkaar heen bewegen van zaal naar zaal op zoek naar verrassende
onderzoeksresultaten, nieuwe uitgaven, effectieve behandel methoden,
boeiende visies op ouder worden of een betere omgang met dementerenden.
Te midden van dat staat een stand van de AARP (American Association of
Retired People, de Amerikaans Vereniging van Gepensioneerden) die met
meer dan 37 miljoen leden de belangen van de ouderen in Amerika
behartigt. Grotere anonimiteit is amper denkbaar en als je terugkomt op
je hotel kamer bekruipt je soms het gevoel: “Wat doe ik tussen al die
mensen hier?” Het is maar goed dat ook hier soms uitersten elkaar raken,
je loopt een vakgenoot waarmee je al jaren samenwerkt tegen het lijf en
die vliegt je om de hals! Toch een andere cultuur!
Existentiële eenzaamheid
Uitersten raken elkaar voortdurend in een mensen leven en zij die
daarvoor een speciale sensitiviteit ontwikkelen slagen er in de weldaad
van de existentiële eenzaamheid in hun leven in te passen. Is dat niet
een manier om de sociale en emotionele eenzaamheid (waarover Theo van
Tilburg schrijft op pag. 6 van dit nummer) te overwinnen? Is dat niet de
wijze waarop de dichter van het onderstaande gedicht ‘Eenzaamheid’ de
eenzaamheidsdimensie van het menselijk bestaan een plaats probeert te
geven, op jongere leeftijd en bij het ouder worden?
Eenzaamheid is een relatief begrip,
Het voelt vervelend, je zit nu in een dip.
Maar is de eenzaamheid soms niet te verkiezen,
Boven een leven waarin je immer moet zitten kniezen.
En bedenk alsjeblieft elke dag dan weer,
Je bent niet alleen, in je hart zijn er veel meer.
We hebben je met ons allen in ons hart gesloten,
Dus voel je toch niet zo buiten gesloten.
We zijn bij je, ook al zie je ons niet,
Je bent in onze gedachten, dus geen verdriet.
Vecht nu maar door voor een beter leven,
En je wordt snel genoeg beloond voor je streven.
De eenzaamheid zal snel genoeg verdwijnen gaan,
Als je straks beter op je eigen been kunt staan.
Dus zet door en laat je nergens van weerhouden,
Zodat een beter leven zich voor je zal ontvouwen.
Arnt. Bron: www.linkstad.nl
Het gedicht begint met een waarheid als een koe! Eenzaamheid is een
relatief begrip. Dit blijkt niet alleen uit de wetenschappelijke betogen
in dit nummer, maar ook voortdurend in het dagelijks leven. Niet alleen
relatief omdat het voor iedereen anders is, maar ook omdat het zelden
voorkomt dat permanent vast zitten in het gevoel van diepe eenzaamheid.
Het gaat meestal op en neer, afhankelijk van omstandigheden, soort van
contacten, gebeurtenissen en gevoelens. Bij eenzaamheid zit je in een
dip, dit suggereert ook dat het iets tijdelijks is, het kan voorbij
gaan.
Onder bepaalde omstandigheden kan eenzaamheid tijdelijk zelfs de beste
keuze zijn. Het kan gebeuren dat alle ‘ogenschijnlijk sociaal gewenste’
alternatieven/aanbiedingen/suggesties niet een uitweg bieden en
uiteindelijk uitmonden in even zitten ‘kniezen’, een zeurderig gevoel
van onbevredigd zijn en niet verder komen. Tijdelijke afzondering en
gezonde eenzaamheid kunnen heilzaam zijn.
Doorvechten
Het tweede couplet verwijst naar het onderscheid tussen sociale en
emotionele eenzaamheid. Heb je op een gegeven moment het idee dat je
ergens alleen voor staat, wees er van verzekerd we zijn er. Ook al is de
schijn tegen ons, staan we niet letterlijk naast je, van buiten sluiten
is geen sprake. Vertrouw op onze betrokkenheid, ons hart is er vol van!
Het derde couplet herhaalt nogmaals dat we er zijn, zonder gezien te
worden. Ook als we er niet zijn, zijn we er toch! En het is de moeite
waard door te vechten voor een beter leven, niet te blijven hangen in
een put van diepe eenzaamheid. We zijn er toch!
De eerste twee regels van het laatste couplet suggereren dat dit gedicht
primair bedoeld is voor jongeren, maar ook bij het ouder worden komt het
weer ‘op eigen benen moeten staan’ regelmatig voor. Iemand die meer dan
40 jaar gehuwd is en dan weduwe of weduwnaar wordt, moet ongetwijfeld
door een ‘dip’. Iemand die op latere leeftijd in een rolstoel terecht
komt, moet zich zelf leren redden. Ouderdom brengt voor vele mensen
‘dips’ mee die overwonnen moeten worden. Philip Roth zegt: Oud worden is
geen strijd; oud worden is een slachting (pag. 179). Zet door is dan het
devies in de laatste twee regels. ‘Crisis management’ noemt men dat
tegenwoordig, een crisis doormaken en er beter uit komen. Dat geldt ook
voor oudere mensen.
Veerkracht, ambitie en levenslust
Crisis management, zelf management, eigen regie houden, allemaal zaken
die tegenwoordig aan ouderen worden aanbevolen om met succes ouder te
worden, om bij het ouder worden een positieve levenswaardering te
behouden. Onderdeel van deze positieve levenswaardering bij het ouder
worden is ongetwijfeld op een gezonde manier omgaan met de existentiële
eenzaamheid.
Deze positieve levenswaardering omvat voor mij drie elementen. Het
eerste element is veerkracht. Iemand met veerkracht kan tegen een
stootje, laat zich niet te gauw uit het veld slaan. Het zijn mensen die
niet zo gauw de moed opgeven wanneer ze een tegenvaller te incasseren
krijgen. Het tweede element is ambitie. Het betreft mensen die ook bij
het ouder worden het beste van hun leven willen maken en positief in het
leven blijven staan, die nog ergens voor gaan. Het derde element is
levenslust. Het duidt op het feit dat mensen ondanks tegenslagen niet
bij de pakken neer zitten, nog steeds van het leven weten te genieten en
het leven zinvol vinden. In zekere zin is ouder worden een vorm van de
tering naar de nering zetten. Toon Hermans gebruikte het beeld van een
cirkel:
Cirkel
Ik heb gezocht, gevonden en verloren,
En weer opnieuw gezocht totdat ik het weer vond,
Een mens wordt zoveel meer dan ééns geboren,
En voor wie het zoekt is op ’n dag de cirkel rond.
Toon Hermans, uit Ik heb je lief. Baarn: Het Fontein 2006
Om verder te lezen:
John Coetzee, Portret van een jongeman. Amsterdam: Cossee 2002
Remco Campert, Het satijnen hart. Amsterdam: De Bezige Bij 2006
Philip Roth, Alleman. Amsterdam: De Bezige Bij 2006
Dr C.P.M. Knipscheer is emeritus hoogleraar in de Sociale Gerontologie
aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Na zijn pensionering richtte hij
als zzp-er een klein bedrijfje op: AOWscope (Advisering Ouderen
Welzijn), www.aowscope.nl. Werkt nu
aan een project voor 50-plussers in de verpleeghuiszorg.
Rond Kerst 2007 verschenen in "Zin in Zorg"
|