Er is de laatste decennia nogal wat veranderd in de leeftijden waarop
de arbeidscarričre begint en die waarop deze eindigt. De afbouw van
arbeidscarričre moet in de toekomst ontdaan worden van alle regelingen
die een vervroegde afbouw stimuleren, terwijl het einde van de
arbeidscarričre niet meer vanzelfsprekend hoeft samen te vallen met
een begin van de publieke ouderdomsuitkering.
Alom wordt gesteld dat de zogenaamde “standaardlevensloop”, die
sinds de Tweede Wereld oorlog is ontstaan, achterhaald is. Nieuwe
-meer flexibele- levenslooppatronen zijn in ontwikkeling, niet alleen
in de eerste, maar ook in de tweede levenshelft. Mensen tussen de 50
en 60 jaar blijken nog moeilijk te kunnen wennen aan het idee dat VUT
en/of vervroegde pensionering hun langste tijd gehad hebben. Toch zijn
er aanwijzingen dat er de komende decennia een grotere flexibiliteit
in de beëindiging van de loopbaan gaat komen. Bovendien blijkt de idee
van een “second career” na de afsluiting van de eerste tussen het
vijftigste en het zestigste levensjaar ook aan te slaan. Tegen deze
achtergrond lijkt het zinvol om na te denken over initiatieven die
-bij deze veranderende context- aansluiten. Bovendien kunnen ze ook
enkele bestaande of te verwachten knelpunten dichter bij een oplossing
brengen: die op de arbeidsmarkt van de ouderzorgsector en die met
betrekking tot de kwaliteit van de zorg.
De maatschappelijke ontwikkelingen van het vervroegd pensioen en
verlenging van het leven sluiten op een natuurlijke manier aan bij de
ontwikkelingspsychologische opvatting over de “late middenjaren”. Voor een beter evenwicht tussen de persoonlijke en de sociale
identiteit in de “late middenjaren” is naar mijn mening een balans
tussen recreatie en productie wenselijk.
Vanaf de vijftigjarige leeftijd valt te denken aan afsluiting van de
eerste carričre en het begin van een tweede carričre. Deze is
idealiter meer toegespitst op opgedane expertise en moet het afglijden
naar een of andere vorm van vervroegde pensionering voorkomen.
Deze tweede carričre kan flexibeler zijn, al dan niet parttime
ingevuld. Vijftigplussers kunnen als zelfstandige óf in dienstverband
werken, met gevarieerde beloningssystemen. De sociale zekerheid zou
aan kunnen sluiten bij de reeds op gang gekomen wettelijke
veranderingen in de levensloopregeling en het prepensioen.
Voor een verdere flexibilisering van de levenfase tussen de 50 en 75
jaar formuleer ik kortheidshalve enkele voorlopige uitgangspunten:
- In principe zijn gezonde mensen van hoge leeftijd potentiële
deelnemers aan de arbeidsmarkt. Het gaat niet aan de groeiende
“derdeleeftijdsgroep” tot reserveleger van de arbeidsmarkt te laten
verworden of om haar per definitie geen rol in het arbeidsproces te
gunnen.
- De sociale zekerheidssystemen van de arbeidsmarkt zijn van kracht
voor alle werkenden tot de leeftijd, waarop zij in aanmerking komen
voor een AOW-uitkering.
- Een van de uitgangspunten voor de verdeling van arbeidsrollen over
de tweede en de derde leeftijd is om de sterke kanten van elk van de
groepen maximaal tot hun recht te laten komen.
- Het verdient aanbeveling om in de loopbaan van vijftigplussers een
verschuiving naar het brede terrein van dienst- en zorgverlening te
promoten. Verdiensten moeten na de 55-jarige leeftijd ook in de vorm
van rechten op zorg uitbetaald kunnen worden.
Deze uitgangspunten schudden een aantal bestaande wettelijke
regelingen rond de 65-jarige leeftijd behoorlijk op. Hiermee wil ik
ruimte maken voor een vrijere vormgeving van de arbeidsmarkt voor
mensen in de “derde leeftijd”. Het betekent niet dat iedereen zonder
meer verplicht langer moet werken. Het biedt mensen wel meer vrijheid
de laatste fase van hun werkend leven naar eigen inzicht in te richten
en het creëert ruimte voor maatschappelijke experimenten. Deze
benadering biedt een opening om op een andere manier te denken over de
“derde leeftijd” en aan te sluiten bij de specifieke kwaliteiten
ervan. Enkele experimenten op dit terrein lijken nuttig om de
praktische uitwerking in te vullen.
Het volgende
-Arbeidsmarkt en Zorgvraagstukken- vormt één van de
mogelijke experimenten.
Hier gaat u terug naar de startpagina |