Visie Beleidsondersteuning Wetenschap Meer info Nieuw & Nieuws

 

 

 

 

Visie-start
Visie-vervolg
Contact
Startpagina

 

Visie AOWscope

terug

Vervolg: Ouder worden en Veroudering

Uitwerking van benodigde (her)bezinning op:

E. Hulpvraag en Omgevingsverantwoordelijkheid

Kijk hier voor de uitwerking van:
A. Intergenerationele verhoudingen
B. Pensionering en AOW
C. Arbeidsmarkt en levensloop
D. Arbeidsmarkt en zorg
 
Lever de hulp en zorg, waarbij de hulpbehoevende in de eigen woning kan blijven wonen, op lokale basis (wijk, gemeente, regio). De nieuwe WMO vormt daarvoor een goede fundament, ook ten behoeve van ouderen. Het samenleven in woonbuurten en het leveren van zorg bij mensen thuis zullen daarvoor beiden moeten veranderen.

Cliënten op het terrein van welzijn en zorg hebben twee belangrijke prioriteiten gemeenschappelijk:

  • Zij willen graag dat hun vraag serieus genomen wordt en
  • zij willen graag zo lang mogelijk bediend worden in hun eigen vertrouwde woonsituatie.

Beide wensen kunnen gezien worden als een uiting van de behoefte aan "zorg op maat". Dit sluit weer nauw aan bij de individualiseringstrend in zorg en dienstverlening.

Om aan beide prioriteiten tegemoet te kunnen komen moeten zowel aan de kant van de burger als aan de kant van de voorzieningen enkele belangrijke veranderingen doorgevoerd worden.

Bij de burger

Van de burger zal het maximum aan zelfredzaamheid gevraagd worden. Dat wil zeggen: wie in voorkomende noodgevallen zo lang mogelijk in de eigen woonsituatie geholpen wil worden, moet de zorgvraag niet omvangrijker laten zijn dan nodig is.

Enkele voorbeelden:

  • Tegenwoordig wordt veel informatie over voorzieningen, zorg en welzijnsactiviteiten virtueel aangeboden. Je mag van (toekomstige) cliënten verwachten dat zij zich tijdig toerusten om daar optimaal gebruik van te kunnen maken.
  • Adequate voorzorgsmaatregelen met betrekking tot mobiliteit kunnen de eigen zelfredzaamheid langer op niveau houden. Bovendien zijn er diverse preventieve maatregelen te bedenken die de veiligheid in en om het huis kunnen bevorderen.

De burger moet zich realiseren dat het met professionele hulp vrijwel onmogelijk is langdurig continue dienstverlening (7 maal 24 uur) te verlenen in de thuissituatie te verlenen. Om In dit soort situaties een adequaat niveau van dienstverlening te bereiken is effectieve afstemming nodig tussen de formele dienstverlening en de “informele omgeving”. Tot de "informele omgeving" kunnen behalve familieleden ook buren, vrienden, vrijwilligers en/of (ex)collega’s gerekend worden. Belangrijk is dat ze op buurtniveau incidenteel beschikbaar zijn en min of meer vertrouwd met de zorgvrager. Soms kunnen de bekende “plantenzorg”-contacten (bij afwezigheid van enkele weken) tijdelijk geïntensiveerd worden, soms organiseren buurten / buurtverenigingen een soort informele hulpdienst of bieden mensen zich als vrijwilliger aan. Een (in)formele zorgcoördinator is hierbij doorgaans onontbeerlijk. Binnen het kader van de WMO zouden gemeenten mogelijkheden moeten creëren om de ontwikkeling van dit soort “buurtdiensten” te stimuleren.